Samenvatting Oudheid I - Samenvatting Oudheid I Inhoudsopgave - Studeersnel (2024)

Samenvatting boek

Vak

Oudheid I (LET-GESB101)

21Documenten

Studenten deelden 21 documenten in dit vak

Universiteit

Radboud Universiteit Nijmegen

Studiejaar: 2022/2023

Boeken in lijstA History of Western Society Since 1300Een Kennismaking met de Oude Wereld

Aanbevolen voor jou

  • 65Samenvatting 'Een kennismaking met de Oude Wereld'Oude geschiedenisSamenvattingen100% (19)
  • 20Samenvatting Een kennismaking met de Oude Wereld Hoofdstuk 8 t/m 16Oude geschiedenisSamenvattingen95% (22)
  • 85Samenvatting oude Geschiedenis - GoedOude GeschiedenisSamenvattingen100% (10)
  • 11Samenvatting een kennismaking met de oude wereld Inleiding in de geschiedenis ISamenvattingen100% (7)
  • 87Oude Geschiedenis SamenvattingOude geschiedenisSamenvattingen100% (7)

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

Samenvatting Oudheid I

Inhoudsopgave

  • Inleiding........................................................................................................................................
    • Taalfamilies....................................................................................................................................
    • Tijdvakken – 3000-250 v..........................................................................................................
  • Deel I – Het oude Nabije Oosten...................................................................................................
    • 1 Ontstaan Beschaving (p. 18-23)..................................................................................................
      • 1 Landbouw............................................................................................................................
      • 1 Steden..................................................................................................................................
      • 1 Geografische gesteldheid: Overeenkomsten en Verschillen................................................
    • 2 De Vroege Bronstijd (p. 24-30)...................................................................................................
      • 2 Egypte – Vroeg Dynastieke Periode (ca 3000-2600) en Het Oude Rijk (ca. 2600-2150).......
      • 2 Mesopotamië: Sumer en Akkad...........................................................................................
    • 3 Tweede Millennium v. Chr. (p. 31-43).........................................................................................
      • 3 De Middenbronstijd.............................................................................................................
      • 3 De Late Bronstijd..................................................................................................................
    • 4 Eerste Millennium v. Chr. (p. 44-59).........................................................................................
      • 4 De Vroege IJzertijd.............................................................................................................
      • 4 De Voor-Aziatische grote rijken.........................................................................................
    • 5 Godsdienst (p. 60-69)...............................................................................................................
    • 6 Economie en Maatschappij (p. 70-79)......................................................................................
      • 6 Agrarische economie, grondbezit......................................................................................
      • 6 ‘Redistributie-economie’ en de markt...............................................................................
      • 6 Handel en betaalmiddelen.................................................................................................
      • 6 Sociale Stratificatie............................................................................................................
    • 7 Rijksbestuur (p. 80-85)..............................................................................................................
      • 7 Koningschap.......................................................................................................................
      • 7 Het bestuursapparaat........................................................................................................
      • 7 Leger..................................................................................................................................
  • Deel II – De Griekse Wereld........................................................................................................
    • 8 De Vroege IJzertijd (p. 86-88)....................................................................................................
    • 9 Archaïsche Periode (p. 89-117).................................................................................................
      • 9 Inleiding.............................................................................................................................
      • 9 Veranderingen op demografisch en economisch terrein...................................................
      • 9 Veranderingen op sociaal terrein.......................................................................................
      • 9 Veranderingen op militair terrein......................................................................................
      • 9 Veranderingen op cultureel terrein...................................................................................

Inleiding........................................................................................................................................

Taalfamilies....................................................................................................................................

Tijdvakken – 3000-250 v..........................................................................................................

Vroege IJzertijd1000 BC - 250 BCLate Bronstijd1500 BC - 1000 BCMidden-Bronstijd2000 BC - 1500 BCVroegeBronstijd3000 BC - 2000 BCNieuweSteentijd(Neolithicum)8000 BC - ca 3000 BCMidden-Steentijd(Mesolithicum)10000 BC - 8000 BCVroegeSteentijd(Paleolithicum),5m BC - 10000 BC

2 De Vroege Bronstijd (p. 24-30)...................................................................................................

2 Egypte – Vroeg Dynastieke Periode (ca 3000-2600) en Het Oude Rijk (ca. 2600-2150).......

In deze tijd bestond Egypte nog vooral uit verschillende lokale culturen. Gedurende deze 400 jaarwerd Egypte door verschillende dynastieën langzaamaan verenigd.  Hiërogliefenschrift uitgevonden  Ondanks vereniging bleef er onderscheid bestaan tussen Opper- en Beneden-Egypte o Opper-Egypte was ten zuiden van de Nijldelta o Beneden-Egypte was de Nijldelta, dus het noorden  Dit omdat voor Oude Egyptenaren de Nijl ‘naar beneden’ stroomde.  Koning werd ‘Koning der beide landen’ o Dubbele kroon  Koningen (nog geen Farao’s!) werden als Goden beschouwd o Lieten Pyramides bouwen om macht te tonen o Eerst van natuursteen (ca. 2500), later baksteen  Kwam na ca. 5 eeuwen ten einde o Gouwvorsten werden te machtig  Grondrechten waren erfelijk, waardoor zij zich ontwikkelden tot lokale koningen o Net zoals bij vele machtsveranderingen ook hier natuurrampen  Hongersnood  Droogte

2 Mesopotamië: Sumer en Akkad...........................................................................................

Sumerische beschaving (ca. 3000 v.) Zuiden van Mesopotamië o Grieks voor ‘tussen de rivieren’ – Meso = Tussen, Potamos = Rivier o Gebied rond Tigris en Eufraat o Wieg van beschaving Waarschijnlijk uitvinders van het schrift (Cuneiform == Spijkerschrift) Begin van wetenschap o Rekenkunde o Geneeskunde o Sterrenkunde o Plantkunde Zestigtallig rekenstelsel o Terug te vinden in bijvoorbeeld uren (60 minuten) en 360 graden in cirkels Cultuur verspreidde door scholen en schrift naar o. Elam (Zuid-Iran) en Ebla (Syrië) Origineel geregeerd door priester-koningen, later gescheiden koningshuis en tempel o Bleven 3000 jaar belangrijkste organisaties o Conflicten over landbezit en autonomie tempels o Koningen presenteerden zich als vertegenwoordigers van de goden, hielpen met bouw tempels (Ziggurat)Akkadische samenleving Naam komt van ‘Akkad’, grootste stad van de regio Gesticht door Koning Sargon

 Omvatte in bepaalde perioden volledig Mesopotamië, inclusief het zuiden rond Sumer Semitisch volk – Taal (Oudakkadisch) behoort tot zelfde groep als Hebreeuws en Arabisch Namen veel over van Sumeriërs – schrift, wetenschap, theater, literatuur Behielden hun eigen goden o Wel vergelijkbaar met Sumerische goden Ging ten onder door lokale en vreemde invallersDerde dynastie van Ur Sumerische renaissance (ca 2100-2000) Kan goed bestudeerd worden door vondst van zo’n 100 kleitabletten Paleis overvleugelde/overschaduwde tempel Verzwakt door Amorieten – Nomaden die aangetrokken werden door vruchtbaar land Stad Ur werd geplunderd en verwoest door Iraanse Elamieten Ondergang kan ook geweten worden aan grote droogte en honger van die tijd o Verhoogde druk op nomaden om naar vruchtbaarder land te trekken

3 Tweede Millennium v. Chr. (p. 31-43).........................................................................................

3 De Middenbronstijd.............................................................................................................

Egypte – Middenrijk ca. 2000 v. Chr. eenheid hersteld door de gouwvorstendynastie (elfde) Thebe als nieuwe hoofdstad Twaalfde dynastie (o. onder koning Sesotris III) ondernam veroveringstochten naar steden als Jerusalem en Sichem Nubië (Sudan) werd tot aan derde cataract bezet – Nijl heeft 6 cataracten/watervallen in Nubië Regeringscentrum werd verplaatst naar Fajjûm, een oase aan een westelijke afsplitsing van de Nijl Bloeiperiode Egyptische cultuur – met name literatuur Aan het einde (ca 1800) brokkelde gezag van koningen af, begin van tweede tussenperiode Egypte kreeg te maken met buitenlandse overheersers, de Hyksos – stichtten eigen dynastieAmorieten in Mesopotamië Amorieten kwamen aan de macht in Mesopotamië en stichtten 2 rijken, het Oud-Assyrische rijk en het Oud-Babylonische rijk Amoritische koningen bleven half-nomadisch, werden ‘Koning van Stad X & Stamhoofd van Stam Y’ Namen cultuur over van al bestaande culturen op locatie Amoritische taal verdween ten gunste van Akkadisch en Sumerisch.Oud-Assyrische rijk Oorsprong in stad Assur Verwierf macht en rijkdom door rol in handel met Klein-Aziatische steden Bloeiperiode na machtsgreep van Amoritische koning Samsi-Adad I Zette zonen op de troon van Ekkalatum en Mari Maakte Subat-Enlin (nu Tell-Einlan in Syrië) tot hoofdstadOud-Babylonische rijk Babylon werd rond 18e eeuw v. Chr. een politieke grootmacht Vervulde centrale rol in Mesopotamische cultuur Basis werd gelegd door Amoritische koning Hammurabi

 Moesten wel belasting betalen en militair ondersteuneno Minimale culturele invloed, wel relatief groot in steden als Byblos, Tyrus en Ugarit Farao Achnaton probeerde polytheïstische godsdienst om te vormen tot monotheïstischeo Zonnegod Aton als enige en oppergodo Veranderde de hoofdstad van Thebe naar Achet-Aton Opvolger Toetanchamon (Tut-anch-amon) keerde weer terug naar oude traditieso Stierf al jong (rond zijn 17e)o Eigenlijk een vrij onbelangrijke Farao Bekend omdat zijn graf pas in de moderne tijd ontdekt werd en dus nog inuitstekende staat was, terwijl andere graven vaak al voor een groot deelleeggeroofd waren in vroegere eeuweno Maakte Memphis de hoofdstadBabylonische en Assyrische rijk Babylon na val Oud-Babylonische rijk macht overgenomen door Kassieten Sumerische en Akkadische cultuur verenigd Ondanks Kassitische invloed bleef er culturele continuïteit bestaan ten opzichte vanOud-Babylonische rijk Assyrië aanvankelijk onderworpen aan Mitanni Kort na 1350 konden Assyrische koningen het rijk uitbreideno Mitanni werd dus van 2 kanten aangevallen ten westen door Hethitische rijk ten oosten door Assyrië Midden-Assyrische rijk strekte zich uit over Noord-Mesopotamië tot noordoost Syrië Assyrië en Babylonië hielden elkaar lang in balansMittani Rijk tussen noordkant Eufraat en Tigris Bewoond door Hurrieten (of Cho*rrieten)o Woonden daar sinds 3e millennium v. Chr.o Breidden zich langzaam uit richting Syrië Hurritisch voertaal – Spijkerschrift als geschreven vormo Ook Indo-Iraanse elementenHethitische rijk Gevestigd in Klein-Azië (Anatolië) Herkomst volken onduidelijk Rond 1700 v. Chr. stichtten ze het Oud-Hethitische rijko Breidde macht uit naar Syriëo Kort na 1600 door koning Mursilis I uitgebreid tot Babylon Daarna weer verzwakt, door troonstrijd ging veroverd gebied weer verloren Rond 1350 hersteld door Suppiluliumas – Stichter van Nieuw-Hethitische rijko Onderwierp grote stadstaten in Syrië en Klein-Aziëo Rekende af met Mitanni – werd vazalstaat Sterke invloed vanuit Mesopotamiëo Spijkerschrift werd overgenomeno Voor sommige teksten zelfs Akkadische taal overgenomeno Mesopotamische literatuurwerken vertaald naar Hethitisch

Minoïsche Beschaving (3000 – 1100 v Chr.) Verdeeld in 3 periodes o Vroege Minoïsche periode (3000-2100BC) o Middel-Minoïsche periode (2100-1600BC) o Late Minoïsche periode (1600-1100BC) Gevestigd op Kreta Handelscultuur Vernoemd naar koning Minos (uit Griekse mythologie) o Paleis in Knossos (plaats van mythische Labyrinth) Mensen gearriveerd vanuit Anatolië (ca 128 BC) Handelsmensen, handelden onder anderen met mensen uit: o Anatolië (Hethiten) o Fenicië (Kanaänieten, Feniciërs) o Griekenland (Myceners/Achaeërs) o Egypte Maakten en verdienden geld aan olijfolie, wijn, keramiek, juwelen Schrift genaamd Lineair A, nog niet ontcijferd Paleis als opslagplaats voor voorraden o Grote opslagvaten (pithoi) handig voor redistributie-economie Door ontbreken muren vroeger gedacht dat het een vredelievende maatschappij was o Ontkracht door vondst fortificaties, menselijke offers en sporen kannibalismeMyceense/Helladische beschaving (1600-1100 v Chr.) Naam komt van plek waar bewijs van beschaving gevonden werd, Mycanae Gevestigd op vasteland hedendaags Griekenland Krijgerscultuur Inspiratie voor mythische verhalen als de Iliad en Odyssee Schrift genaamd Lineair B, zeer vroege vorm van Oudgrieks o Gebaseerd op Lineair A, echter is Lineair B wel ontcijferd, deels omdat er veel meer voorbeelden en stukken tekst van zijn gevonden. Nakomelingen van Indo-Europese nomaden uit de Donaudelta en vroeg-Griekse stammen. o ca 500 jaar multicultureel mengen, daardoor ontwikkeling Myceense cultuur

4 Eerste Millennium v. Chr. (p. 44-59).........................................................................................

4 De Vroege IJzertijd.............................................................................................................

 1200-750 v. Concert der Mogendheden kwam ten val (< Bronze Age Collapse) o Hethitisch imperium voorgoed ten gronde  Aantal Neo-Hethitische stadstaten in Noord-Syrië en Zuid-Anatolië o Egypte verloor machtspositie levant o Beschavingen Kreta en Mycene ten einde o Egypte verloor machtspositie in Levant en Nubië o Assyrië en Babylonië verzwakt, handhaafden zich wel Zeevolken verwoesten veel steden o Herkomst onbekend (mogelijk o. Filistijnen) o Nomadische steppenbewoners, hongersnood?

o Opstand Zuid-Babylonische gouverneur Nabopolassar  Samen met ‘Meden’ (volk uit oosten)  Bracht Assyrië ten valo Ontstaan 2 nieuwe rijken  Medische Rijk  Nieuw-Babylonische RijkHet Nieuw-Babylonische Rijk Ook wel ‘Chaldese Rijk’ Gesticht door Nabopolassar Grondvester van rijk was Nebukadnezar IIo Maakte Babylon tot metropoolo Paleis, stadsmuren en tempeltoren gebouwdo Veroverde Syrië en Palestina Juda werd vazalstaat Babyloniëo Babylonische ballingschap Joden (586 v.) Prooi voor Perzische RijkPerzische Rijk Gesticht als wereldrijk door Cyrus (r. 560-530)o Kwam in 560 v. in opstand tegen Medische koningo Veroverde in 547 rijk Lydië (Klein-Azië)o Vestigde daarna aandacht op Babylonië In 539 v. leger verslagen bij Opis Verwelkomd door bevolking Mede door propaganda (Cyruscilinder) Toonde respect voor Babylonische traditieso Liet Judeeërs terugkeren uit ballingschap Cambyses (r. 530-522) veroverde Egypteo Stierf op de weg terug In 522 staatsgreep Darius Io Verdedigde staatsgreep in enorme inscriptieo Organiseerde rijk in 20 superprovincies <- Satrapieën Bestonden al voor Darius, hij reorganiseerde Bestuurd door gouverneur of ‘Satraap’ Onder opvolger Xerxes (r. 485-464) opstanden in Babylono Tempelelite uitgeschakeldo Repressie Babylonisch leveno Probeerde net als Darius gebieden in Griekenland te onderwerpen Veelal voortzetting Mesopotamische traditieso Zowel in organisatie als in kunsto Ook Griekse invloeden Lieten andere godsdiensten in stand Centrum rijk in Persis (plaats Persepolis)Hellenistische Rijken Na dood Alexander de Grote aantal kleine rijken gestichto Seleuciden in Voor-Azië

o Ptolemeeën in Egypte Partische rijk in 141 v.o Iraans rijk dat zich uitstrekte van Pakistan tot Eufraato Moeilijke tijd voor Babyloniërs Het Nieuw-Perzische Rijk van 226 v. tot 636 AD.o Iraanse tradities kregen overhando Babylonische beschaving definitief ten einde Romeinse Rijk beheerste Syrië en Egypte vanaf 64-63 v. Uiteindelijk tussen 570-651 AD veroverd door Arabieren onder Mohammed en opvolgers

5 Godsdienst (p. 60-69)...............................................................................................................

 In Mesopotamië en Egypte natuurreligies, geen boekreligies Meeste godsdiensten in Nabije Oosten waren polytheïstisch o Gebruikt om natuurverschijnselen te verklaren o Goden als personificaties kosmische verschijnselen Goden waren antropomorf – menselijke en dierlijke kenmerken Religie als ‘sociaal contract’ o Religie reguleert samenleving o Zorgt voor leef- en gedragsregels o Bepaalt taboes en omgangsvormen Verschillende godsdienstvormen Nabije Oosten o Polytheïsme – Groot pantheon aan goden o Henotheïsme – Eén god compleet de overhand in pantheon o Monotheïsme – Eén enkele God vereerd, andere goden vaak niet toegestaan Monotheïsme was vooral succesvol in Israël o JHWH (Jahweh) vereerd o Oorsprong van Jodendom, Christendom en Islam In Perzië opkomst van Zoroastrisme o Profeet Zoroaster o Wereld geregeerd door goed en kwaad o Verloor uiteindelijk terrein door opkomst IslamBelangrijke Mesopotamische godenSumerisch(met heiliggetal)Babylonisch-AssyrischBelangrijkecultusplaatsenFunctie Ster, planeet,natuurverschijnselAn (60) Anu Uruk Hemelgod FirmamentEnlil (50) Ellil Nippur Lucht;wind;wereldkoning die koningschapverleentLuchtEnki (40) Ea Eridu ‘Heer Aarde’, god van deApsu = wateren onder deaarde, verleent wijsheidWateren onder deaardeNanna/Suen(30)Sin Ur; Haran Maangod MaanUtu Šamaš Larsa; Sippar Zonnegod; god vanrechtvaardigheidZonInanna (15) Ištar Uruk Godin van seksueleliefde en oorlogVenus

mummificerenHathor Vruchtbaarheid, seksualiteit,muziek en dansDendera Koe of vrouw metkoeienhoornsThoth God van het schrijven en vande tijdrekeningHermopolis Ibis Natuurreligie – bepaald door Nijl, overstromingen, zon en woestijn Veel regionale/lokale varianten Niet gecodificeerd (geen boekreligie) maar dynamisch Cyclisch denken door jaarlijkse gebeurtenissen (overstromingen) en zonnecycluso Cycli zijn kwetsbaar, balans (Ma’at) is nodig Farao’s – Sterfelijke mensen met goddelijke functieo Belangrijkste functie: Ma’at in stand houdeno Voert als hogepriester offers en rituelen in tempels uit Farao Akhenaten creëerde henotheïstische religieo Aten als oppergodo Teruggedraaid door Toetanchamon

6 Economie en Maatschappij (p. 70-79)......................................................................................

6 Agrarische economie, grondbezit......................................................................................

 Basis van economie gedurende gehele oudheid agrarisch o Landbouw en veeteelt als bestaansmiddelen o Grondbezit als voornaamste vorm rijkdom Koning en tempel als grootste grondbezitters o Stonden niet altijd los van elkaar o Tempel vaak staatsbezit

6 ‘Redistributie-economie’ en de markt...............................................................................

 Debat over vorm economisch stelsel oude Nabije Oosten o Markteconomie of redistributie-economie Bij redistributie-economie alles geregeld door de staat o Geen echte marktwerking Paleis- en tempelhuishoudens de ‘motoren van de economie’ o Anders dan klassieke Griekse en Romeinse economie In Egypte overschotten verzameld via belastingen en herverdeeld als lonen ambtenaren o Vergelijkbaar met systeem in Mesopotamië  Paleis daar steeds belangrijker  Na val Ur III nam privébezit toe  Rijke families (zoals de Egibi in Babylon) bezaten veel grond Er bestond echter altijd wel een marktwerking o Lastig te zeggen hoe dit functioneerde o Veel invloed tempel

6 Handel en betaalmiddelen.................................................................................................

 Ideaal in de oudheid was subsistence farming o Leven van je eigen stuk land en de opbrengst daarvan o Grondbezit gaf status o Ideaal van autarkie werd bijna nooit bereikt

 Handel was nodig door gebrek grondstoffen in Mesopotamië o Timmerhout, koper en tin o Verhandelde producten moesten makkelijk te vervoeren zijn o Graan werd verhandeld over zee Staat en tempel als voornaamste opdrachtgevers handel Verschillende handelsvormen o Ruilhandel – bepaald goed voor een ander goed o Handel met behulp van geld  Vanaf 1e millennium v. sterke toename  Zilver en soms goud als betaalmiddel  Ook vee en graan soms als betaalmiddel gebruikt Gewichtenstelsel ontwikkeld o Sjekel (8,33gr) als standaard Eerste munten in gebruik in Lydië o In Nabije Oosten geïntroduceerd door Darius I Ook land en voedselrantsoenen veelal gebruikt als betaalmiddel

6 Sociale Stratificatie............................................................................................................

 Overal in Nabije Oosten sprake van ‘gelaagde samenleving’ o Onderscheid op basis van afkomst, rijkdom en status o Koning aan de top o Onder gewone bevolking onderscheid naar rijkdom en arbeid o Onderscheid tussen vrijen en mensen ‘in afhankelijkheid’ Afhankelijkheid in 3 categorieën o Slavernij (chattel slaves)  Eigendomsslaven, privébezit van een persoon  Deden elk soort werk  Veelal huishoudelijke taken o Schuldknechten  Iets vrijer dan slaven, konden vrijkomen na afbetaling schulden o Afhankelijken (serfs)  Breed spectrum onvrije arbeid  Vaak wel ‘vrij’ (geen eigendom) maar gebonden aan grondeigenaar  Werden bij grondverkoop mee verkocht Verschillende ‘klassen’ niet gelijk voor de wet <- Klassenjustitie

7 Rijksbestuur (p. 80-85)..............................................................................................................

7 Koningschap.......................................................................................................................

 Tijdens gehele oudoosterse geschiedenis normale bestuursvorm Voornaamste functies koning: o Legeraanvoerder o Opperrechter o Hogepriester (niet altijd) Macht was meestal absoluut o Soms rekening houden met raad burgers o Beperkingen vaak kleiner hoe groter het rijk

 Bezat militaire macht en vocht man-tegen-man op slagveld Door de aristocratische elite ontstond competitie-element (agon-gedachte)o Olympische spelen vanaf 776 v. Chr.

9 Archaïsche Periode (p. 89-117).................................................................................................

9 Inleiding.............................................................................................................................

 In 8e eeuw basis voor nieuwe bloei Griekse beschaving o Geen wederopbloei Myceense cultuur Ca. 650 v. handelsfactorij Naucratis (Egypte) gesticht Fenicische handelaren domineerden Mdl. Zeegebied o Zorgden voor Oosterse invloeden nieuwe Griekse cultuur Archaïsche periode is periode van grote ontwikkelingen en veranderingen op demografisch, economisch, sociaal, militair en cultureel gebied Geografie belangrijk! Door vele eilanden: o Makkelijker om meer te ontdekken, daardoor meer contact met andere volken en meer leefruimte. -> Gehele Griekse wereld wel ergens vanaf land te zien o Kleine eilanden moeilijk te verdedigen tegen zeemacht, meer drijfveren tot samenwerking tussen verschillende eilandstaatjes o Door stromingen Mdl. Zee groot verschil tussen reistijden oost -> west en vice versa  Middellandse Zee uitvaren bijna onmogelijk, andersom gevaarlijk o Veel oorlogsvoering door gebrek aan landbouwgrond door kleine, rotsachtige eilanden o Gebied vooral goed voor groei olijven en druiven, daardoor eigenlijk altijd noodzaak om graan te importeren <- vooral na bevolkingsgroei

9 Veranderingen op demografisch en economisch terrein...................................................

 ‘Monumentalisering’ van bebouwing – Steeds meer stenen gebouwen Tussen 10e en 5e eeuw v. gestage bevolkingsgroei o Geen explosieve bevolkingsgroei zoals eerder gedacht  Meer graven gevonden, maar aanvankelijk meer overleden volwassenen dan kinderen <- komt niet overeen met explosieve bevolkingsgroei  Reden voor meer graven was simpel: Meer mensen begraven Nieuwe manieren om levensonderhoud te voorzien o Nieuwe gewassen, minder veehouderij o Grieken waagden zich aan zeehandel en piraterijDe Polis Ontwikkeling van nederzettingen tot zelfstandige stadstaten (= Polis, m. Poleis) o Gemeenschap van de politai, de burgers o Meestal relatief klein grondgebied, stedelijk administratief centrum o Centraal heiligdom – agora o Versterkte hoogte – akropolis Koning verdween op meeste plaatsen o Bestuur via functionarissen met specifieke taken  Vaak ‘adellijke’ burgers Denken in de vorm van oikos (= huishouden) Streven van polis is vrijheid en autonomie

 Leven in polis beschouwd als ideale, meest menselijke bestaanswijze In minder ontwikkelde gebieden de ethnè meer voorkomend o Samenwerking tussen kleine lokale gemeenschappen Verbondenheid tussen Grieken door zelfde taal, cultuur o Nooit een politieke eenheidGriekse Staatsvormen Monarchie – Alleenheerschappij. Regering door een (meestal erfelijke) koning Tirannie – Alleenheerschappij van persoon die macht naar zich toegetrokken heeft Aristocratie – ‘Regering door de besten’. Vaak leden van adellijke geslachten, regeren op basis van geboorterecht. Oligarchie – ‘Regering van de weinigen’. Regering van kleine groep machthebbers, hoeven niet van adellijke afkomst te zijn. Meestal op basis van vermogen. Timocratie – Regeringsvorm waarbij voor het bekleden van regeringsfuncties vermogenscriteria aangelegd worden. Democratie – Regering door de dèmos (= mannen met burgerrecht). Volksvergadering heeft het laatste woord.Kolonisatie 8 e tot 6e eeuw periode van ‘tweede Griekse migratie’ (eerste rond 1100) Uitstraling van Griekse kolonisten over bijna hele Mdl. en Zwarte Zeegebied o Begrip ‘kolonisatie’ eigenlijk misleidend. Gestichte steden werden onafhankelijke poleis o Vooral in gebieden met gebrek aan sterke, georganiseerde staat In beginsel door bevolkingsgroei, tekort aan ruimte Athene en Sparta doen aanvankelijk eigenlijk niet mee aan kolonisatie o Konden ‘koloniseren’ in hun eigen gebied o Athene in Attica en Sparta in Peloponnesus Ca. 550 v. einde aan kolonisatie o Genoeg voedsel aangevoerd uit nieuwe gebieden o Tegenstand van Perzen, Carthagers en Etrusken Door aanvoer voedsel uit kolonies meer nijverheid o Voedseloverschot leidde tot meer focus op exportproducten o Voor export waren schepen, keramiek etc. nodig

9 Veranderingen op sociaal terrein.......................................................................................

 Grotere tegenstelling arm en rijk o Nieuwe groep nouveaux riches o Moeilijke tijd voor kleine boeren  Konden niet permitteren om over te stappen naar olijf, wijn etc.  Door groeiende bevolking en erfdeling kleiner wordend land  Steeds meer boeren in schuldgebondenheid

9 Veranderingen op militair terrein......................................................................................

 In donkere eeuwen oorlog onder leiding van adellijke elite met lichtbewapende volgelingen o Elite konden als enige wapenuitrusting betalen  Vochten vaak man-tegen-man op slagveld o Geleidelijk aan steeds meer arme boeren met wapenuitrusting Wapenuitrusting van schild, pantser en speer <- genaamd hopla

Samenvatting Oudheid I - Samenvatting Oudheid I Inhoudsopgave - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Mrs. Angelic Larkin

Last Updated:

Views: 6259

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 82% of readers found this page helpful

Author information

Name: Mrs. Angelic Larkin

Birthday: 1992-06-28

Address: Apt. 413 8275 Mueller Overpass, South Magnolia, IA 99527-6023

Phone: +6824704719725

Job: District Real-Estate Facilitator

Hobby: Letterboxing, Vacation, Poi, Homebrewing, Mountain biking, Slacklining, Cabaret

Introduction: My name is Mrs. Angelic Larkin, I am a cute, charming, funny, determined, inexpensive, joyous, cheerful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.